Wim Twigt
Ondernemer en oprichter Twigt-Om
Wim Twigt
Ondernemer en oprichter Twigt-Om
Circulair bouwen vormt ook ten aanzien van recreatiewoningen een fikse uitdaging, zeker in een toeristisch gebied als Zeeland. Recyclebare materialen en modulaire systemen bieden uitkomst. De Zeeuwse ondernemer Wim Twigt richtte na een lange loopbaan bij een landelijk opererend ingenieursbureau, in 2016 samen met zijn dochter Twigt-Om op. Twigt-Om ontwikkelt innovatieve concepten voor bedrijven en overheden, waaronder verschillende recreatiebedrijven, op het gebied van circulair bouwen. Het idee speelde al langer door zijn hoofd sinds het lezen van ‘Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things’.
Dit boek, geschreven in 2002 door de Duitse chemicus Michael Braungart en de Amerikaanse architect William McDonough, wordt beschouwd als de bijbel voor de circulaire economie. Twigt: “Ik werd erg gegrepen door de simpelheid ervan. Al doende ben ik er echter achter gekomen dat de implementatie ervan heel wat minder simpel is.”
Klimaatopwarming, de noodzaak tot CO2-reductie en de grondstoffen-schaarste nopen tot een andere wijze van bouwen, waarbij materialen opnieuw worden gebruikt. Toch komt de verduurzaming van de bouwsector nog steeds niet echt op gang. Hoe komt dit?
“Circulaire economie loopt flink achter achter bij bijvoorbeeld de energietransitie, waarmee al belangrijke stappen zijn gezet gezet. Eigenlijk is dat best wel vreemd, aangezien voor circulaire economie dezelfde streefdata gelden: namelijk 2030 en 2050. In 2050 moet ook de bouw volledig circulair zijn. Maar, in tegenstelling tot de energiesector die top-down georganiseerd is, zijn er bij de bouw een heleboel uiteenlopende partijen betrokken. Daarnaast heeft de bouwwereld het momenteel enorm druk met bouwen. Voor de bouw is ook een kwestie van weer vet op de botten krijgen voor de volgende zeven magere jaren. Daardoor wordt de drang tot innoveren ook niet zo gevoeld. Tot slot wordt onze samenleving steeds complexer en hebben we te maken met allerlei systemen en regelgeving die vertragend werken.”
Wat bedoel je met die complexiteit van systemen?
“Systemen, inclusief alle ingewikkelde procedures daaromheen, zijn steeds meer met elkaar verweven en lopen vast in hun complexiteit. Waar vroeger echter 1 jaar in de voorbereidingsfase ging zitten en de rest in de uitvoering, kost de voorbereidingsfase nu al gauw een jaar of drie. Dat heeft te maken met allerlei procedures die doorlopen moeten worden. Daarvoor is een effectieve samenwerking tussen de betrokken partijen heel belangrijk. Ik ben van huis uit ingenieur, mijn oorspronkelijke werkterrein is dan ook techniek. Maar waar ik gaandeweg steeds meer van overtuigd ben geraakt is dat sociale innovatie bij zulke enorme transities als de circulaire economie misschien wel het allerbelangrijkst is. Het draait zelden om de techniek. De grootste uitdaging is: hoe organiseer je alles met elkaar?”
Toch nog even terug naar de techniek: wat houdt circulair bouwen in?
“Het gaat bij circulair bouwen om anders denken. Daarbij staat de functie voorop. Op basis daarvan ga je ontwerpen, met het eind van de levenscyclus voor ogen. Nadenken over hoe je later het gebouw kunt demonteren, het oogsten van het gebouw, zodat het hergebruik van materialen optimaal kan plaatsvinden. Zo zijn er ondertussen allerlei stappen gezet met recyclebare materialen evenals alternatieven voor traditionele bouwmaterialen die voor veel CO2-uitstoot zorgen, zoals beton. Een goed voorbeeld daarvan is New Horizon, dat inmiddels een proeffabriek heeft gerealiseerd waarmee beton wordt teruggebracht tot grondstof. Daarbij wordt modulair bouwen steeds belangrijker, waarmee het mogelijk wordt om, met van tevoren vervaardigde modules, op locatie te bouwen. Echter ook om bij renovaties bepaalde onderdelen te vervangen in plaats van alles te slopen. Dat betekent dat alles wat we bouwen demontabel moet zijn. Alles wat je niet hoeft af te breken scheelt materiaal. En energie.”
Hoe belangrijk zijn deze inzichten voor de – circulaire – bouw van recreatiewoningen?
“In Zeeland, waar ik al decennia woon, vormt toerisme een belangrijke bron van inkomsten voor de bevolking. Het was in de periode vóór corona goed voor 11,1 miljoen overnachtingen per jaar (cijfers CBS uit 2019, red). De levensduur van recreatieverblijven is vijftien tot twintig jaar. In vergelijking worden normale woningen gemiddeld voor zestig jaar gebouwd. Dit heeft te maken met trends en veranderende levensstijl en behoeften van de consument. Na die twintig jaar worden recreatiewoningen traditioneel afgebroken of afgevoerd en worden er nieuwe recreatieverblijven geplaatst.
In het kader van het innovatie-subsidieprogramma van de provincie Zeeland, Recron, de brancheorganisatie voor recreatiebedrijven, en het kenniscentrum Kusttoerisme en Economische Impuls Zeeland, hebben wij vanuit Twigt-On voor het project ‘Circulair Beleven’ vijftien recreatiebedrijven begeleid. Het waren voorlopers uit de sector die wel wilden verduurzamen. Ze wisten vaak alleen niet hóe. Wij hebben ze geholpen door de ondernemers te ondersteunen met adviezen over recyclebaar materiaalgebruik evenals modulair bouwen. Op die manier kunnen recreatiewoningen worden gemoderniseerd zonder ze af te breken, ook kunnen er nieuwe elementen aan worden toegevoegd. Aan de meest elementaire indeling van zo’n woning verandert doorgaans niet zoveel.”
Wat houdt bedrijven tegen om circulair te gaan bouwen?
“Mijn ervaring is: familiebedrijven zijn eerder geneigd om overstag te gaan. Zij wonen er al sinds generaties en zijn nauw bij de regio betrokken. Daarnaast hebben ze korte lijntjes en werken ze vaak al jaren samen met dezelfde mensen, zoals de aannemer, installateur en architect. Dit zorgt voor een basis van vertrouwen.
Maar daar is bij grote aanbestedingen helemaal geen ruimte voor. De aanbestedingsprocedures die als gevolg van de bouwfraude zijn ingevoerd, zijn op zich logisch, maar houden ook de versnelling tegen. Als je met 10 aanbieders op een project gaat intekenen, kost dit iedere aanbieder ca.10% van de bouwsom. Voor 9 van de 10 aanbieders geldt dat ze dit niet terugzien in het resultaat van hun inspanningen. Dat is een hoop verspilde tijd!”
Wat werkt versnelling wél in de hand?
“Het is een combinatie van incentives vanuit de markt enerzijds en de overheid anderzijds. De markt, in dit geval de recreant, drukt zijn stempel op de vraag. Duitsers, ca. 42 procent van de toeristen in Zeeland, is vaak kritischer dan bezoekers uit eigen land. Ze stellen vragen ten aanzien van de duurzaamheid, zoals afval, energieverbruik, toegepaste materialen en onderhoud. Dat zet zo’n ondernemer ook aan het denken. Alleen door vanaf het begin samen op te trekken, door elkaar te inspireren en samen naar oplossingen te zoeken, kun je circulair bouwen integraal doorvoeren.
De overheid op haar beurt speelt een belangrijke rol door circulaire bouw te stimuleren. Zo kent de provincie Zeeland verschillende aanjaagsubsidies voor innovatie voor de toeristische sector, vaak veelal in nauwe samenwerking met Economische Impuls Zeeland, ook door gebruik te maken van Europese subsidieregelingen voor innovatie in de regio., Daar wijzen we ook onze klanten op: maak daar gebruik van! Naast subsidies kan het echter ook gaan om andere voordelen en stimulerende maatregelen. Zo voeren verschillende gemeentes in Zeeland een beleid, waarbij recreatiebedrijven die een duurzame kwaliteitsslag willen maken meer ruimte krijgen voor extra accommodaties. Doen ze dat ook nog eens circulair, dan kan dat ook weer extra accommodaties opleveren.
Wat echter het allerbelangrijkst is, is om aan de voorkant, dat wil zeggen al bij de ontwerpfase, alle partijen aan tafel te krijgen. Inclusief de architect, de aannemer en de installateur. Alleen door vanaf het begin samen op te trekken, door elkaar te inspireren en samen naar oplossingen te zoeken, kun je circulair bouwen integraal doorvoeren.
Foto: Het wellnessgebouw van Camping ‘Ons Buiten’ in Oostkapelle. Zowel voor de constructie en de schil van het gebouw als voor het interieur, zijn zowel nieuw en gebruikt materiaal circulair ingezet. (c) Camping ‘Ons Buiten’.
Dit artikel verscheen in februari 2022 op de website van ENZuid en is gemaakt in een samenwerking tussen ENZuid en Innovation Origins. Auteur: Erzsó Alföldy